Samenvatting
Als leren van leerlingen omschreven kan worden als het ondernemen van leeractiviteiten, dan moet instructie omschreven worden als het nemen van maatregelen die bevoderen dat leerlingen die leeractiviteiten ook uitvoeren, zodat er daadwerkelijk sprake is van de beoogde veranderingen in kennis, vaardigheden en opvattingen. Het instructiegedrag van docenten dat dit beoogd te bewerkstelligen wordt door ons activerende instructie genoemd. Binnen het concept activerende instructie onderscheiden wij drie typen van activering: docent-geleide, medeleerling-geleide en leerling-geleide activering. In deze bijdrage wordt het concept activerende instructie gelimiteerd vanuit verschillende constructivistische leer- en kennis-theorieen, en wordt de operationalisering van dit concept via de Vragenlijst InstructieGedrag(VIG) nader onderzocht. Voor de vooronderstelde theoretische relaties tussen de drie activeringscomponenten van de VIG wordt doormiddel van een structurele analyse(LISREL) empirische ondersteuning gevonden. Het blijkt mogelijk de voor activering veronderstelde apriori structuur te repliceren. De betrouwbaarheid van de activeringsschalen in termen van interne consistentie blijkt bevredigend
Originele taal-2 | Engels |
---|---|
Pagina's (van-tot) | 36-48 |
Tijdschrift | Pedagogische Studiën |
Volume | 76 |
Nummer van het tijdschrift | 1 |
Status | Gepubliceerd - 1999 |