Vanuit de faculteiten Werktuigbouwkunde, Scheikunde, Biomedische Technologie en Natuurkunde was behoefte aan een faciliteit waar systemen gemaakt konden worden. Een plek met een brede technologische basis waar je apparatuur bij elkaar vindt waarmee je uiteenlopende dingen kunt doen. Zoals het maken en gebruiken van kleine magnetische deeltjes of sensoren", zegt initiatiefnemer Jaap den Toonder, hoogleraar Micromechanismen aan de TU/e.
"Het speciale van dit lab is dat het verschillende technologiën combineert. We hebben bijvoorbeeld een cleanroom, maar ook een ruimte voor het maken van prototypes met een lithografiemachine en 3D-printers. Het is een laagdrempelige, TU/e-brede faciliteit die door studenten en medewerkers van de TU/e gebruikt kan worden. Maar ook door de partijen waarmee we samenwerken", benadrukt Den Toonder.
Hij doelt daarmee onder meer op hDMT, het consortium van universiteiten, academische ziekenhuizen en bedrijven, waarmee de TU/e samenwerkt aan de ontwikkeling van organen op een chip. Een technologie om ziektes beter te kunnen onderzoeken en medicijnen te ontwikkelen.
Maar het lab kan ook een brug slaan naar het bedrijfsleven. "Het Microfab Lab is een onderzoekslab, geschikt voor de eerste fase van het ontwikkelproces", legt Den Toonder uit. "Als een bedrijf komt met een idee kunnen we onderzoeken of het werkt. Maar het is niet geschikt voor de productie van grote aantallen."