Abstract
Voor de overkapping van bouwwerken als maneges, werkplaatsen en stallen wordt
regelmatig gebruik gemaakt van volwandige, niet-prismatische, geknikte, gelamineerd
houten driescharnierspanten, waarbij spantbeen en spantregel verbonden zijn door
een tussenblok, welke bisschopsmuts wordt genoemd. Deze bisschopsmuts is door
middel van volle doorsnede vingerlassen met spantbeen en spantregel verbonden, en
heeft als doel om de hoek tussen de vezels van de vingerlas en de spantdelen te
halveren.
Bij een belastingcombinatie met windzuiging treedt bij gangbare dakhellingen als 15
tot 25° in de geknikte hoek van het driescharnierspant een openbuigend moment op
dat maatgevend kan zijn voor de dimensionering. Bij dit openbuigend moment
ontstaan trekspanningen loodrecht op de vezel, waartegen hout zeer slecht bestand is.
Ter bepaling van de grootte van de maximale trekspanning loodrecht op de vezel in
een geknikte hoek met bisschopsmuts, zijn twee benaderingsrichtlijnen beschikbaar,
één voor een driescharnierspant [1], en één voor een qua geometrie vergelijkbare
zadeldakligger [2], beide met ingelijmde bisschopsmuts . Deze benaderingsrichtlijnen
zijn tot dusverre niet vergeleken met resultaten van simulaties met een eindig
elementenpakket.
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | Onderzoeksmiddag Construeren met Hout, 15 januari 2010 |
Editors | A.J.M. Jorissen, A.J.M. Leijten |
Place of Publication | Eindhoven |
Publisher | Technische Universiteit Eindhoven |
Pages | 38-53 |
ISBN (Print) | 978-90-6814-189-4 |
Publication status | Published - 2012 |