Ruimte voor klimaatdebat : zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media

J.P. Sluijs, van der, R. Est, van, M. Riphagen

    Research output: Book/ReportReportAcademic

    1 Downloads (Pure)

    Abstract

    Ruimte voor klimaatdebat: zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media Deze studie brengt de complexe interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media in beeld. Gedurende de jaren zeventig en tachtig kreeg politiek en wetenschap steeds meer aandacht voor hetklimaatprobleem, destijds broeikaseffect geheten. Bij gebrek aan voldoende wetenschappelijk bewijs en internationaal beleid voerde Nederland een no-regret klimaatbeleid. Men zette extra in op maatregelen, zoals energiebesparing, die vanuit andere beleidsterreinen al gerechtvaardigd zijn. Dit veranderde in de periode tussen 1987 en 1994. Sindsdien wordt de politieke omgang met wetenschappelijke onzekerheden op het gebied van klimaatsverandering bepaald door het voorzorgsprincipe en de wetenschappelijke consensusbenadering van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Het voorzorgsprincipe houdt in dat er voor ingrijpen ter beperking van een milieurisico geen volledige wetenschappelijke kennis van dat risico nodig is; gerede wetenschappelijke aanwijzingen zijn voldoende. Om een eenduidige wetenschappelijke kennisbasis ter ontwikkeling en legitimatie van internationaal klimaatbeleid te creëren richtten de VN in 1988 het IPCC op. Internationaal politiek handelen werd op deze wijze afhankelijk gemaakt van de wetenschappelijke consensus binnen het IPCC. Het eerste IPCCrapport uit 1990 gaf aan dat dat voortgezette broeikasgasemissie door menselijk handelen waarschijnlijk tot opwarming zou leiden.. Op basis van die kennis werd in 1992 in Rio de Janiero het VN Klimaatverdrag afgesloten. Het tweede (1995), derde (2001) en vierde (2007) IPCC-rapport lieten een groeiend wetenschappelijk bewijs zien: in plaats van "waarschijnlijk" acht het IPCC het nu "zeer waarschijnlijk" dat niet ingrijpen "threats of serious or irreversable damage" met zich meebrengt. Het interactiemodel tussen politiek en wetenschap dat door de (inter)nationale politiek werd opgezet om met wetenschappelijke onzekerheden om te gaan wordt ook wel het lineaire of technocratische model genoemd. De aanname daarachter is dat meer wetenschappelijk onderzoek zal leiden tot meer betrouwbare kennis en minder onzekerheid en dat die kennis vervolgens een basis vormt voor politieke overeenstemming en besluitvorming. Men zou kunnen stellen dat voor Nederland het lineaire model lange tijd ‘gewerkt’ heeft, in de zin dat het heeft gezorgd voor een langdurige en brede politieke consensus over het klimaatbeleid. Als gevolg van deze aanpak is echter wel het politieke klimaatdebat niet ten volle gevoerd en is de klimaatwetenschap gepolitiseerd. Analyse van de parlementaire debatten over de laatste twintig jaar laten zien dat de IPCC-rapporten continu worden ingezet om het politieke debat in te perken. Herhaaldelijk worden vanuit de Tweede Kamer vragen gesteld over wetenschappelijke informatie en wetenschappelijke onzekerheden rondom het klimaatprobleem. Vragen daarover zijn afkomstig vanuit het gehele politieke spectrum. Het antwoord vanuit de regering is steeds dat wetenschappelijke onzekerheden zeker bestaan, maar dat het beleid gebaseerd is op de rapportages van IPCC en het voorzorgsprincipe. Doordat de politiek de IPCC-rapporten zo’n centrale rol hebben gegeven is het politieke conflict over klimaatverandering en de onderliggende ideologische tegenstellingen diep in het veld van de klimaatwetenschap zelf doorgedrongen. Anders gezegd: politieke invloed uitoefenen kan thans het effectiefst via de klimaatwetenschap. Met de IPCC-rapporten in de hand claimen voorstanders van klimaatbeleid een voorkeurspositie in het debat. Tegenstanders proberen het politieke debat juist open te breken door onzekerheden en onvolmaaktheden in de klimaatwetenschap uit te vergoten. In de discussie na Climategate en de ontdekking van fouten in het vierde IPCC-rapport is het lineaire model ruw aangevallen, maar tevens sterk verdedigd en bekrachtigd. Met name de PVV zette het IPCC weg als een door linkse politiek gedreven activiteit. Van regeringszijde werd het lineaire model verdedigd. Om het besmeurde blazoen van het IPCC weer op te poetsen – lees: het lineaire interactiemodel tussen klimaatpolitiek en -wetenschap te herstellen – heeft de (inter)nationale politiek de evaluatie van de wetenschappelijke werkwijze van het IPCC verordonneerd. Reparatie van het technocratische model door evaluatie van het IPCC is gelet op de storm van kritiek een logische en goede stap. Een goed beeld van de stand van de klimaatwetenschap is namelijk een belangrijke randvoorwaarde voor prudent (inter)nationaal klimaatbeleid. Toch is er meer nodig. De elementaire zwakte van het lineaire model is namelijk dat het zowel wetenschappelijke als politieke dissensus onderbelicht. Zowel het wetenschappelijke als politieke klimaatdebat heeft behoefte aan meer ruimte en aandacht voor diversiteit en onzekerheid in kennis en visies. Daarvoor is het nodig de klimaatwetenschap minder politiek te maken. Dit kan door ruimte te bieden aan dissensus binnen de klimaatwetenschap en hier over te communiceren richting beleid. Daarnaast dient een te grote afhankelijkheid van wetenschap en beleid te worden voorkomen. Het politieke klimaatdebat zou baat hebben bij het verhelderen van de politieke waarden en visies die er bij klimaatsverandering in het spel zijn. Daarnaast zou het klimaatdebat kunnen worden verbreed door naast doembeelden aandacht te schenken aan maatschappelijk aantrekkelijke ontwikkelingsperspectieven. Ook de groeiende aandacht voor klimaatadaptatie heeft de kracht om het politieke klimaatdebat aan te scherpen en te verbreden. Klimaatverandering in de media De geschreven en geredigeerde pers informeert het Nederlandse publiek op een pluriforme en evenwichtige wijze over klimaatverandering en het maatschappelijke en politieke debat daarover. De Nederlandse media besteden aandacht aan het politieke debat en het wetenschappelijke debat. De berichtgeving over klimaatwetenschap is genuanceerd te noemen. De aandacht voor het politieke proces richt zich met name op het internationale debat dat zich vooral ontspint rondom de VN-klimaattoppen. De berichtgeving over het Nederlandse politieke debat over klimaatverandering blijft daar ver bij achter.
    Original languageDutch
    Place of PublicationDen Haag
    PublisherRathenau Instituut
    Commissioning bodyRathenau Instituut
    Number of pages103
    Publication statusPublished - 2010

    Cite this