Abstract
Het Nederlandse paviljoen op de Biennale van Venetie werd door de Italiaanse aannemer die Rietveld's ontwerp in 1953 uitvoerde 'het mooiste van alle andere paviljoens' genoemd. De eenvoud en de helderheid van het paviljoen riepen een treffend tijdsbeeld op van het na-oorlogse Nederland. Maar geteisterd door verzakkingen en houtrot was het gebouw in de vroege jaren negentig nog maar een schim van het oorspronkelijke ontwerp. Door ingrijpende onderhoudsmaatregelen was het ontwerp sterk aangetast. Bouwtechnische problemen stonden zowel de beleving als een verantwoord beheer van het gebouw in de weg. De verloedering van dit 'visitekaartje van Nederland' moet vooral worden toegeschreven aan de manier waarop tot een jaar of tien geleden het beheer van recente architectuur uitsluitend werd gezien als een onderhoudsprobleem. Na een terugrestauratie is het gebouwtje ontdaan van zijn 'verbeteringen'. Het ademt weer de sfeer van Rietveld's oorspronkelijke idee.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 15-17 |
Journal | Renovatie en Onderhoud : Maandblad voor Stadsvernieuwing |
Volume | 21 |
Issue number | 235 |
Publication status | Published - 1996 |