TY - THES
T1 - Ontwerpmanagement binnen ADMS : een reflectie op de ontwikkelingen binnen de opleiding
AU - van de Vliet, Mathijs
N1 - Eindverslag Bedrijfsopdracht ADMS.
PY - 2003
Y1 - 2003
N2 - Onder invloed van de toenemende complexiteit van ontwerpprojecten en de daaraan gerelateerde differentiaties, is er een scheiding ontstaan tussen het fysiek ontwerpen (ontwerpen als activiteit) en het beheersen van het (integrale) ontwerpproces. Hierbij heeft de architect de procesbewaking als onderdeel van zijn traditionele rol als bouwheer voor een groot deel verloren aan de projectmanager. Uit de gesignaleerde knelpunten, die zowel gericht zijn op het fysiek ontwerpen als het ontwerpproces zelf is de noodzaak ontstaan tot een andere manier van sturing geven aan het ontwerpproces. Zo is er volgens ontwerpbureaus te weinig aandacht voor inhoud en architectonische kwaliteit en is er volgens de projectmanager te weinig aandacht voor functionaliteit, budget en planningen. Om beter sturing te kunnen geven aan dit spanningsveld is de post doctorale opleiding Architectural design Management Systems (ADMS) ontstaan. De opleiding is gericht op universitair afgestudeerde (steden)bouwkundige-, technisch bedrijfskundige- en civiel technische ingenieurs om hen competenties bij te brengen om de ontstane kloof tussen ontwerp- en projectmanagementbureaus te dichten. ADMS richt zich hiermee op een nieuwe vorm van procesbeheersing, die is afgestemd op de karakteristieken van het ontwerpproces en gericht is op de totstandkoming van een ontwerp. Dit komt tegemoet aan de behoeften van zowel opdrachtgever als ontwerpbureau(s): het ontwerpmanagement. Sedert 1997 hebben 26 ADMS-ers getracht management-tools te ontwikkelen voor zowel architectenbureaus, projectmanagementbureaus, gemeenten, overheidsinstellingen als uitvoerende bouwbedrijven. Deze onderzoeken waren zowel gericht op interne ontwerpprocessen als multidisciplinaire ontwerpprocessen. Onderzoek m.b.t. de invulling van ontwerpmanagement heeft binnen ADMS slechts gefragmenteerd in de vorm van publicaties en eindopdrachten plaatsgevonden. Hierdoor ontbreekt een duidelijke omschrijving van de (ontwerp)omgeving, meerwaarde en competenties. Dit geeft aanleiding tot een meer fundamenteel onderzoek, waarbij ingegaan wordt op deze aspecten en in hoeverre daar door ADMS invulling aan is gegeven. Vervolgens is gebleken op welke wijze een betere invulling hieraan gegeven kan worden. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen is eerst ingegaan op het speelveld van de ADMS'er. De gedachte achter ADMS is dat als de manager van het ontwerpproces een effectief ontwerpproces wil creëren en hierbij hij in het midden van het ontwerpproces dient te staan. De omgeving van de ADMS'er wordt hiermee gekenmerkt door creativiteit, persoonlijke belangen en voortdurende onvoorspelbaarheid. ADMS bevindt zich hiermee op het snijvlak van de bouwkunde, technische bedrijfskunde en het methodologisch ontwerpen. In deze opdracht wordt gezocht naar een nadere invulling van het speelveld van de ADMS'er en de noodzakelijke competenties van de ADMS'er. Na invulling van deze aspecten is er aan de hand van een sturingsmodel getracht richting te geven aan het huidige onderzoeksbeleid van ADMS. Het doel hiervan is om zo een beter beeld te krijgen van het speelveld van de ADMS'er. Hierbij wordt gereflecteerd op het huidige onderzoeksbeleid van ADMS en de daaruit ontstane eindopdrachten.
AB - Onder invloed van de toenemende complexiteit van ontwerpprojecten en de daaraan gerelateerde differentiaties, is er een scheiding ontstaan tussen het fysiek ontwerpen (ontwerpen als activiteit) en het beheersen van het (integrale) ontwerpproces. Hierbij heeft de architect de procesbewaking als onderdeel van zijn traditionele rol als bouwheer voor een groot deel verloren aan de projectmanager. Uit de gesignaleerde knelpunten, die zowel gericht zijn op het fysiek ontwerpen als het ontwerpproces zelf is de noodzaak ontstaan tot een andere manier van sturing geven aan het ontwerpproces. Zo is er volgens ontwerpbureaus te weinig aandacht voor inhoud en architectonische kwaliteit en is er volgens de projectmanager te weinig aandacht voor functionaliteit, budget en planningen. Om beter sturing te kunnen geven aan dit spanningsveld is de post doctorale opleiding Architectural design Management Systems (ADMS) ontstaan. De opleiding is gericht op universitair afgestudeerde (steden)bouwkundige-, technisch bedrijfskundige- en civiel technische ingenieurs om hen competenties bij te brengen om de ontstane kloof tussen ontwerp- en projectmanagementbureaus te dichten. ADMS richt zich hiermee op een nieuwe vorm van procesbeheersing, die is afgestemd op de karakteristieken van het ontwerpproces en gericht is op de totstandkoming van een ontwerp. Dit komt tegemoet aan de behoeften van zowel opdrachtgever als ontwerpbureau(s): het ontwerpmanagement. Sedert 1997 hebben 26 ADMS-ers getracht management-tools te ontwikkelen voor zowel architectenbureaus, projectmanagementbureaus, gemeenten, overheidsinstellingen als uitvoerende bouwbedrijven. Deze onderzoeken waren zowel gericht op interne ontwerpprocessen als multidisciplinaire ontwerpprocessen. Onderzoek m.b.t. de invulling van ontwerpmanagement heeft binnen ADMS slechts gefragmenteerd in de vorm van publicaties en eindopdrachten plaatsgevonden. Hierdoor ontbreekt een duidelijke omschrijving van de (ontwerp)omgeving, meerwaarde en competenties. Dit geeft aanleiding tot een meer fundamenteel onderzoek, waarbij ingegaan wordt op deze aspecten en in hoeverre daar door ADMS invulling aan is gegeven. Vervolgens is gebleken op welke wijze een betere invulling hieraan gegeven kan worden. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen is eerst ingegaan op het speelveld van de ADMS'er. De gedachte achter ADMS is dat als de manager van het ontwerpproces een effectief ontwerpproces wil creëren en hierbij hij in het midden van het ontwerpproces dient te staan. De omgeving van de ADMS'er wordt hiermee gekenmerkt door creativiteit, persoonlijke belangen en voortdurende onvoorspelbaarheid. ADMS bevindt zich hiermee op het snijvlak van de bouwkunde, technische bedrijfskunde en het methodologisch ontwerpen. In deze opdracht wordt gezocht naar een nadere invulling van het speelveld van de ADMS'er en de noodzakelijke competenties van de ADMS'er. Na invulling van deze aspecten is er aan de hand van een sturingsmodel getracht richting te geven aan het huidige onderzoeksbeleid van ADMS. Het doel hiervan is om zo een beter beeld te krijgen van het speelveld van de ADMS'er. Hierbij wordt gereflecteerd op het huidige onderzoeksbeleid van ADMS en de daaruit ontstane eindopdrachten.
M3 - EngD Thesis
SN - 90-444-0329-X
T3 - Eindverslagen Stan Ackermans Instituut
PB - Technische Universiteit Eindhoven. Stan Ackermans Instituut
CY - Eindhoven
ER -