'Minibiologie', van een stoffige buitenplaats tot een efficiente werkeenheid

J.E.M.H. Bronswijk, van

Research output: Contribution to journalArticlePopular

Abstract

Toen ik eind 1972, één dag na mijn promotie te Nijmegen, in dienst trad van de RUU, bestond van minibiologie naam noch laboratorium. De toenmalige hoogleraar dermatologie, prof. dr. LH. Jansen, een reus op zijn gebied, had een biologe aangenomen om de oorzaken van een dermatologische buitenplaats, het inheemse ziektebeeld prurigo parasitaria (= jeukpukkels door parasietjes), op te helderen. Daar ik ooit was afgestudeerd op een mycologisch onderwerp, kon de dermatologische schimmelkunde er nog wel bij. Wij moesten ons gaan bezighouden niet met het zeer kleine (micro), niet met het zeer grote (macro), dus met minibiologie (een geheel nieuwe term overigens). Het was een stormachtig begin, waarin biologisch onderzoekschap en zelfwerkzaamheid regelmatig botste met klinisch inzicht en medische hierarchie. Nu, drie promoties, ruim 60 artikelen, een 30 bladzijden tellend boek en duizenden onderzoekingen van patiëntenmateriaal later, heeft minibiologie haar bestaansrecht bewezen en heeft onlangs een nieuwe, aangepast laboratorium ruimte betrokken. Redenen om ons eens in AZU verband te presenteren.
Original languageDutch
Pages (from-to)11-13
Number of pages3
JournalAZU-Nieuws (Utrecht)
Volume8
Issue number7/8
Publication statusPublished - 1982
Externally publishedYes

Cite this