Juridische problemen van een terrestrisch veldbioloog

J.E.M.H. Bronswijk, van

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

Abstract

Als onderzoeker met een project over oogstmijten zie ik mij geroepen drie vergunningen of ontheffingen aan te vragen, te weten: vogelvergunning F om vogels te mogen vangen, te bekijken op de parasitaire larven en daarna weer los te laten, en om de nesten te onderzoeken op de niet-parasitaire nimfen en volwassenen van de oogstmijten, een vergunning onder artikel 27 van de Jachtwet om vogels en zoogdieren die onder het zogenaamde wild vallen te mogen vangen met netten of vallen,' te bekijken op parasitaire larven en weer los te laten en om de nesten te mogen verstoren op zoek naar de andere stadia van de oogstmijten, een ontheffing van de Natuurbeschermingswet om egel, eikelmuis, hazelmuis, vleermuizen, moerasschildpad, slangen, hagedissen en volwassen kikkers en padden op larven te kunnen onderzoeken en, voor zover van toepassing, hun holen of nesten. Zonder al deze briefjes is 'De inventarisatie van Nederlandse Trombiculidae' een illegaal project ondanks de interessante biologische, oecologische en volksgezondheidsaspecten! Het zou het enige illegale project beslist niet zijn!
Original languageDutch
Pages (from-to)348-350
Number of pages3
JournalVakblad voor Biologen
Volume58
Issue number20
Publication statusPublished - 1978
Externally publishedYes

Cite this