Het ontwerpen van een evaluatiemodel voor schoolgebouwen: de aansluiting tussen gebruiker en gebouw

W.J.J. Roemaat

    Research output: ThesisEngD Thesis

    9 Downloads (Pure)

    Abstract

    In opdracht van het Servicecentrum Scholenbouw (SCS) en het Platform Onderwijshuisvesting (POH) is vanuit Architectural Design Management Systems (ADMS) een evaluatie-instrument ontwikkeld voor onderwijsgebouwen in het Primair en Voortgezet Onderwijs. De aanleiding voor dit onderzoek is de groeiende mate waarin onderwijshuisvesting negatief in het nieuws komt. Een scheppende voorwaarde voor het geven van goed onderwijs is echter een huisvesting dat een optimale aansluiting vindt bij deze kernactiviteit. Om als schoolleiding te kunnen sturen op een optimale huisvesting is het daarom van belang inzicht te hebben hoe goed het schoolgebouw past bi j de dagelijkse gebruiker(s) en welke verbeterpunten gewenst zijn. Vanuit het SCS en het POH is vervolgens de vraag gesteld, op welke wijze de gesteldheid van schoolgebouwen inzichtelijk kan worden gemaakt. De doelstelling van dit onderzoek is dan ook als volgt geformuleerd: Het ontwikkelen van een bruikbaar evaluatie-instrument dat schoolbesturen de mogelijkheid geeft het functioneren van hun eigen huisvesting inzichtelijk te maken en tevens inzicht geeft in de gesteldheid van onderwijshuisvesting in Nederland. Een goed functionerend schoolgebouw is de combinatie van prestaties van het betreffende schoolgebouw en het vermogen van die prestaties om te voldoen aan de criteria die door de gebruiker aan het gebouw worden gesteld. Het zogeheten Evaluatiemodel Gebruikerswaardering & Gebouwprestaties van Onderwijshuisvesting (EGGO) is gebaseerd op deze vergelijking; de aansluiting tussen de gebruikersbehoefte enerzijds en de gebouwprestatie anderzijds. Het EGGO kent dan ook twee onderdelen; een evaluatie op de gebruikerswaardering en een verdiepend onderdeel waarop het werkelijk presteren van het gebouw inzichtelijk wordt. Deel I: Enquête Gebruikerswaardering van Onderwijshuisvesting (EGO) De evaluatie op gebruikerswaardering wordt uitgevoerd door middel van de Enquête Gebruikerswaardering van Onderwijshuisvesting (EGO). Deze EGO vraagt de waardering van de gebruikers op 29 aspecten die te herleiden zijn naar vier fundamentele peilers voor een goed functionerend schoolgebouw; beleving, gebruik, techniek en exploitatie. Door de grote diversiteit van gebruikerstypen in een schoolgebouw is het IBE-principe gehanteerd. Conform dit principe worden eerst de waardekaders van de betreffende gebruiker geïnventariseerd, voordat deze bevraagd wordt op het schoolgebouw. Deel II: Inventarisatie Gebouwprestaties van Onderwijshuisvesting (IGO) De Inventarisatie Gebouwprestaties Onderwijshuisvesting (IGO) kan zowel als verdieping plaatsvinden op de EGO of als onderdeel van het aanbestedingscontract dienen. Met gebouwprestatie worden hier alle fysieke, fysische en financiële aspecten bedoeld die samen het schoolgebouw kenmerken. Indien uit de evaluatie op gebruikerswaardering blijkt dat op bepaalde aspecten een opvallend negatieve of opvallend positieve waardering is gegeven, kan de IGO uitsluitsel geven over, of de oorzaak herleiden naar, het specifiek presteren van het gebouw. Daarnaast kan dit onderdeel van de EGGO voorafgaand aan nieuwbouw of renovaties ingezet worden als onderdeel van het contract. De Inventarisatie Gebouwprestaties van Onderwijshuisvesting (IGO), is dan een controlemiddel op de invulling van de, vooraf gestelde, technische specificaties. Nadat het schoolgebouw opgeleverd is en al enige tijd in gebruik is, kan de IGO een reflectie zijn op de vooraf gestelde technische specificaties. EGGO-Rapportage Nadat zowel de EGO als de IGO zijnuitgevoerd, is het mogelijk beide evaluaties te vergelijken op de verschillende deelaspecten die elkaar beïnvloeden. De EGGO-rapportage geeft de vergelijking weer tussen de gebruikersbehoefte en de gebouwprestaties, legt de relatie tussen beide en herleid de mogelijke oorzaak. De Inventarisatie Gebouwprestaties Onderwijshuisvesting (IGO) is momenteel in ontwikkeling. Deze rapportage richt zich dan ook voornamelijk op het ontwerp van Enquête Gebruikerswaardering van Onderwijshuisvesting (EGO) en de outputrapportage van de EGO. Betrouwbaarheid EGO-Rapportage Het streven is om de uitkomsten uit de EGO-rapportage te laten voldoen aan een 90% betrouwbaarheid met een maximale foutmarge van 5%. Hiermee zijn de uitkomsten uit de evaluatie niet enkel indicatief, maar tevens betrouwbaar genoeg om als leidraad te gebruiken voor de huisvestingstrategie van het betreffende schoolbestuur. De werkelijke betrouwbaarheid is pas definitief te bepalen na uitvoering van de evaluatie. Benchmark De ingevulde EGO's worden opgeslagen in de ontworpen landelijke database, waardoor ook op macroniveaus vergelijkingen te maken zijn. Hiermee is de gesteldheid van scholen in het Primair en Voortgezet Onderwijs inzichtelijk te maken en zijn er vergelijkingen te maken op gebouw- of organisatorische kenmerken zoals bouwjaar, leerlingaantal, onderwijstypologie of doorlopen aanbestedingsvorm. Naast dat dit uitkomsten geeft om onderwijshuisvesting voor de toekomst te kunnen blijven verbeteren kunnen deze benchmark-vergelijkingen als beargumentatie worden gebruikt in actuele discussies in het onderwijsveld.
    Original languageDutch
    Award date15 Sept 2011
    Place of PublicationEindhoven
    Publisher
    Print ISBNs978-90-444-1031-0
    Publication statusPublished - 2011

    Bibliographical note

    Eindverslag.

    Cite this