Abstract
Een vochtige woning heeft gezondheidsrisico's die een droge woning mist of die daar kleiner zijn. Wij beschouwen een woning als vochtig, wanneer of de absolute vochtigheid van de binnenlucht tegen vloer, wand of plafond in de winter gedurig meer dan 2,0 g water/m3 lucht hoger (in de zomer meer dan 0,5 g water/m3 hoger) is dan de buitenlucht, of de temperatuur van genoemde oppervlakken in de leefruimten gedurig meer dan 3-4 graden C lager ligt dan die van de "centrale" lucht.
Er zijn aanwijzingen dat gewrichtskiachten in een kille vochtige woning verergeren. Een hoge luchtvochtigheid en een hoog vochtgehalte van het huisstof geeft een aantal voor de mens schadelijke bacteriën en virussen (zoals de verwekkers van waterpokken, mazelen en tuberculose) een langere overlevingskans. Vergelijkend epidemiologisch onderzoek in droge en vochtige woningen voor deze aandoeningen is onvoldoende gedaan.
Plaagdieren zoals het zilvervisje, de Duitse kakkerlak, de Oosterse kakkerlak, stofluizen, huisstofmijten, voorraadmijten, de kattevlo, diefkevers, de zadenmot en pissebedden, kunnen in een vochtige woning een grotere populatie opbouwen dan in een droog huis. Een uitgebreide besmetting van een woning met duidelijk zichtbare mijten of insekten wordt door de bewoners doorgaans als ergerlijk ervaren; het leidt tot stress. De kleinere "onzichtbare" mijten hebben met de andere geleedpotigen in huis hun produktie van allergeen gemeen. Deze allergenen komen vooral met de faecaliën van de plaagdieren in de ademhalingslucht. Rond 10% van de menselijke bewoners van met grote hoeveelheden geleedpotigen bewoonde huizen, zal na verloop van maanden of jaren een overgevoeligheid voor het allergeen van de betreffende soort plaagdier ontwikkelen, zich uitend in hooikoortsachtige of astmatische klachten (de zogenaamde CARA).
Vrij water in de kruipruimte maakt de ontwikkeling en overwintering van steekmuggen mogelijk. Muggebeten treden op in alle seizoenen (ook in de winter!).
Ook schimmels die in de vochtige woning het hout afbreken, de oppervlakken van vloeren, muren en plafonds bewonen en het stof in vloerbedekking, meubilair en bed uitgebreid koloniseren, zijn een bron van min of meer soortspecifiek allergeen.
De muffe geur in een vochtig huis kan een oorzaak zijn van ergernis (en daarmee stress). Bij CARA-patiënten is bovendien een aspecifieke prikkeling van de luchtwegen
mogelijk.
Een droge en goed thermisch geïsoleerde woning is ons hygiënisch doel. Tè grote droogte binnenshuis zal in ons klimaat bij een goed huishoudeliïk beheer niet regelmatig voorkomen.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 72-80 |
Number of pages | 9 |
Journal | Rat en Muis |
Volume | 33 |
Issue number | 2/3 |
Publication status | Published - 1985 |
Externally published | Yes |