Abstract
De zorg ondergaat momenteel een verschuiving naar een meer persoonsgerichte aanpak, bekend als gepersonaliseerde zorg. Gepersonaliseerde zorg kan de effectiviteit van medische behandelingen verhogen, de kwaliteit van leven verbeteren en tevens de werkdruk bij zorgverleners verlagen. Een voorbeeld van gepersonaliseerde zorg is het gebruik van farmacogenetica (PGx) bij de geneesmiddelverstrekking. PGx onderzoekt de variaties in het genetisch profiel (DNA) van een individu en welke van invloed kunnen zijn op de effectiviteit en bijwerkingen van geneesmiddelen.
Een belangrijk instrument voor PGx is het DNA-onderzoek, doorgaans uitgevoerd in een klinisch laboratorium. Een belangrijk kenmerk van PGx-testen is dat de resultaten van de DNA-test levenslang geldig zijn. Zoals voor alle laboratoriumtesten geldt, wordt een PGx resultaat gerapporteerd naar de aanvragend arts. Echter, het optimale gebruik van farmacogenetische informatie blijft een uitdaging vanwege gebrekkige automatisering, digitalisering en gegevensuitwisseling in het proces van aanvraag tot medicatiebewaking. Hierdoor bereikt de uitslag van het farmacogenetisch onderzoek niet altijd alle relevante zorgverleners, zoals huisartsen en openbare apotheken, wat resulteert in suboptimaal gebruik van deze informatie. Bovendien ontbreekt bij veel zorgverleners de juiste kennis om farmacogenetica effectief toe te passen in de geneesmiddeltherapie.
Doelstelling
Voor het verbeteren van het gebruik van farmacogenetica is het volgende doel vastgesteld voor dit QME-project:
“Het ontwerp van de automatisering en optimalisatie van de workflow en gegevensuitwisseling van farmacogenetica”
Werkwijze
Na het analyseren van het gehele proces zijn er drie verbeterpunten geïdentificeerd, elk gerelateerd aan de afdelingen die betrokken zijn bij de farmacogenetische analyse, medicatiebewaking en/of uitgifte, te weten het laboratorium, de ziekenhuisapotheek en de openbare apotheek. In het QME-verslag zijn elk van deze punten afzonderlijk besproken en zijn oplossingen aangedragen m.b.t.:
- Handmatige handelingen bij laboratoriumwerkzaamheden, door o.a. de moleculair analisten (zie sub-project Laboratorium)
- Handmatige invoer en vertaling van contra-indicaties door de ziekenhuisapotheker (zie sub-project Ziekenhuisapotheek)
- Gebrek aan gegevensuitwisseling van PGx uitslagen tussen verschillende zorgverleners (Zie sub-project Openbare apotheek)
Resultaten
In elk sub-project is een deelontwerp gemaakt die bijdraagt aan het hoofddoel. De invoer van PGx resultaten in GLIMS is geautomatiseerd door de aanschaf van een koppeling, en het werkproces is geoptimaliseerd. Dit leidt tot snellere, veiligere en gecontroleerde verwerking van resultaten. Tegelijkertijd is ook de rapportage van PGx resultaten aangepast waardoor nu de G-standaard, de landelijke eenheid van contra-indicaties, wordt mee gerapporteerd. Hierdoor is het nu mogelijk om op basis van dit resultaat automatisch de overeenkomstige contra-indicatie te genereren binnen de medicatiemodule in het elektronische patiëntendossier (EPD), HiX. Vervolgens wordt tijdens het proces van medicatievoorschrift of -bewaking automatisch een waarschuwingssignaal gegenereerd bij geplande verstrekking van medicijnen waarvoor het PGx-resultaat klinisch relevant is. Deze geautomatiseerde oplossing vermindert het aantal verkeerd geïnterpreteerde contra-indicaties, maar reduceert ook aanzienlijk de tijd die de ziekenhuisapotheker besteedt per patiënt. Tot slot wordt met de komst van de HiX module ‘poliklinische apotheek’ de contra-indicatie opvraagbaar, indien toestemming is gegeven door de patiënt, voor het Landelijk Schakelpunt (LSP). Het LSP zorgt voor de gegevensuitwisseling van PGx contra-indicaties naar alle relevante zorgverleners, waaronder huisartsen en openbare apotheken.
Conclusie
Dit ontwerpproject verbetert het gebruik en faciliteert daardoor de implementatie van gepersonaliseerde zorg door een structuur te creëren voor gegevensuitwisseling in lijn met nationale voorschriften. In het laboratorium is het werkproces gedeeltelijk geautomatiseerd, waardoor opschaling mogelijk is. In het ziekenhuis is de medicatieveiligheid verbeterd doordat de PGx uitslag nu op een vaste, duidelijke plek in het EPD staat met een automatische waarschuwing bij het voorschrijven van medicatie. Na implementatie van de HiX module ‘poliklinische apotheek’ zullen contra-indicaties - na toestemming van de patiënt - worden gedeeld met huisartsen, apotheken en andere relevante zorgverleners om optimale veiligheid en effectiviteit te waarborgen, en zo bij te dragen aan gepersonaliseerde zorg.
Een belangrijk instrument voor PGx is het DNA-onderzoek, doorgaans uitgevoerd in een klinisch laboratorium. Een belangrijk kenmerk van PGx-testen is dat de resultaten van de DNA-test levenslang geldig zijn. Zoals voor alle laboratoriumtesten geldt, wordt een PGx resultaat gerapporteerd naar de aanvragend arts. Echter, het optimale gebruik van farmacogenetische informatie blijft een uitdaging vanwege gebrekkige automatisering, digitalisering en gegevensuitwisseling in het proces van aanvraag tot medicatiebewaking. Hierdoor bereikt de uitslag van het farmacogenetisch onderzoek niet altijd alle relevante zorgverleners, zoals huisartsen en openbare apotheken, wat resulteert in suboptimaal gebruik van deze informatie. Bovendien ontbreekt bij veel zorgverleners de juiste kennis om farmacogenetica effectief toe te passen in de geneesmiddeltherapie.
Doelstelling
Voor het verbeteren van het gebruik van farmacogenetica is het volgende doel vastgesteld voor dit QME-project:
“Het ontwerp van de automatisering en optimalisatie van de workflow en gegevensuitwisseling van farmacogenetica”
Werkwijze
Na het analyseren van het gehele proces zijn er drie verbeterpunten geïdentificeerd, elk gerelateerd aan de afdelingen die betrokken zijn bij de farmacogenetische analyse, medicatiebewaking en/of uitgifte, te weten het laboratorium, de ziekenhuisapotheek en de openbare apotheek. In het QME-verslag zijn elk van deze punten afzonderlijk besproken en zijn oplossingen aangedragen m.b.t.:
- Handmatige handelingen bij laboratoriumwerkzaamheden, door o.a. de moleculair analisten (zie sub-project Laboratorium)
- Handmatige invoer en vertaling van contra-indicaties door de ziekenhuisapotheker (zie sub-project Ziekenhuisapotheek)
- Gebrek aan gegevensuitwisseling van PGx uitslagen tussen verschillende zorgverleners (Zie sub-project Openbare apotheek)
Resultaten
In elk sub-project is een deelontwerp gemaakt die bijdraagt aan het hoofddoel. De invoer van PGx resultaten in GLIMS is geautomatiseerd door de aanschaf van een koppeling, en het werkproces is geoptimaliseerd. Dit leidt tot snellere, veiligere en gecontroleerde verwerking van resultaten. Tegelijkertijd is ook de rapportage van PGx resultaten aangepast waardoor nu de G-standaard, de landelijke eenheid van contra-indicaties, wordt mee gerapporteerd. Hierdoor is het nu mogelijk om op basis van dit resultaat automatisch de overeenkomstige contra-indicatie te genereren binnen de medicatiemodule in het elektronische patiëntendossier (EPD), HiX. Vervolgens wordt tijdens het proces van medicatievoorschrift of -bewaking automatisch een waarschuwingssignaal gegenereerd bij geplande verstrekking van medicijnen waarvoor het PGx-resultaat klinisch relevant is. Deze geautomatiseerde oplossing vermindert het aantal verkeerd geïnterpreteerde contra-indicaties, maar reduceert ook aanzienlijk de tijd die de ziekenhuisapotheker besteedt per patiënt. Tot slot wordt met de komst van de HiX module ‘poliklinische apotheek’ de contra-indicatie opvraagbaar, indien toestemming is gegeven door de patiënt, voor het Landelijk Schakelpunt (LSP). Het LSP zorgt voor de gegevensuitwisseling van PGx contra-indicaties naar alle relevante zorgverleners, waaronder huisartsen en openbare apotheken.
Conclusie
Dit ontwerpproject verbetert het gebruik en faciliteert daardoor de implementatie van gepersonaliseerde zorg door een structuur te creëren voor gegevensuitwisseling in lijn met nationale voorschriften. In het laboratorium is het werkproces gedeeltelijk geautomatiseerd, waardoor opschaling mogelijk is. In het ziekenhuis is de medicatieveiligheid verbeterd doordat de PGx uitslag nu op een vaste, duidelijke plek in het EPD staat met een automatische waarschuwing bij het voorschrijven van medicatie. Na implementatie van de HiX module ‘poliklinische apotheek’ zullen contra-indicaties - na toestemming van de patiënt - worden gedeeld met huisartsen, apotheken en andere relevante zorgverleners om optimale veiligheid en effectiviteit te waarborgen, en zo bij te dragen aan gepersonaliseerde zorg.
Original language | Dutch |
---|---|
Supervisors/Advisors |
|
Place of Publication | Eindhoven |
Publisher | |
Publication status | Published - 23 Feb 2024 |