Abstract
Het programma van 'Tastenderwijs' formuleert een kritiek op de moderne architectuur. Het
stelt vast dat de huidige architectonische cultuur wordt gedomineerd door theorieën en ideologieën die de gebouwde omgeving reduceren tot een technologisch universum. Dit wordt drievoudig omschreven als kijkmachine, waar de pure blik regeert; als tekensysteem, waar het pure teken heerst; als mediawereld, waar ruimte en materie wegvallen. Het programma doet vervolgens twee tegenvoorstellen: de eerste op het
niveau van de waarneming (rijkere, meer tastbare belevingswereld), de tweede op het niveau van het ontwerp (tactiele tektoniek van het dagelijks leven). Dit resulteert in een pleidooi voor de verzoening van de immateriële technologie en een materiële (woon-)cultuur waarin lichamelijk te ervaren ruimte bepalend is.
Mijn vraag is of de gesuggereerde 'weg terug' een uitweg biedt. Als technologie ons lot is dan is de vlucht eruit onmogelijk. Maar als de geschiedenis van de technologie zelf nu eens iets anders is dan de onontkoombare onderwerping aan machines? Dan moeten we nagaan hoe het staat met de historische relatie van het menselijke met het machinale. Dan is ook de veelgesmade moderniteit niet met een postmoderne wending te
bekritiseren maar door een onderzoek naar haar eigen weg terug te ondervragen. In dit verband wil ik spreken over Le Corbusier en zijn blinde vlek. Eerst geef ik een aanzet voor een theorie die een 'humane morfologie' van de architectuur zou kunnen verbinden aan een mechanische morfologie.
Original language | English |
---|---|
Title of host publication | Tastenderwijs : Plein 04 Academie van Bouwkunst |
Editors | M. Spaan, T. Verstegen |
Place of Publication | Arnhem |
Publisher | Academie van Bouwkunst |
Pages | 36-40 |
Publication status | Published - 2004 |